woensdag 26 november 2008

Jaloezie

De jeugd van tegenwoordig! De kranten staan er weer vol van de laatste tijd. Wat moet er toch van geworden. Van hen, die in de jaren negentig geboren zijn. Ze zijn narcistisch en egoïstisch. Ze beginnen steeds vroeger. Ze zijn geobsedeerd door hun uiterlijk. Ze neuken voor een breezer. Hun zieltjes worden vergiftigd door televisie en internet. Het wereldwijde informatienetwerk maakt hen lui en laat hen vergeten zich degelijk te laten informeren. Ze denken dat “Comfortably Numb” oorspronkelijk van de Scissor Sisters is, godbetert. En íedereen maakt potverdorie d/t–fouten.

Natuurlijk zou het ook niks worden met onze generatie (born in the eighties, zoals Calvin Harris zo eloquent dichtte). De achterbankgeneratie, ken je die term nog? Nou, dat waren wij. Wat was er ook alweer allemaal mis met onze generatie? Iets met televisie, spelcomputers, niet meer buitenspelen, girl- en boybands, alcohol, verveling en de teloorgang van de Nederlandse taal.

En eerlijk is eerlijk, ik heb aardig wat uurtjes op de achterbank van onze Opel Kadett doorgebracht. Toch is er aardig wat van me terechtgekomen. Goed, ik heb niet zoveel geld, maar ik ben intelligent en aardig, ik heb een universitaire studie waar ik hard voor werk, en ik ben voorzitter van een fijn koor. En ik luister naar Marillion.

Mijn vader, begin vijftig, heeft zijn vader voor hem heel wat kopzorgen bezorgd. Hij liet zijn haar groeien, rookte, luisterde naar van die herrie en kocht een gitaar van zijn vader’s centen. (Tegenwoordig heeft mijn vader een prototype midlifecrisis; hij heeft een motor gekocht, z’n huis staat vol Boeddhabeeldjes en hij is coach van een handbalteam. De gitaar is nu in mijn bezit, dat dan weer wel.)

Wat ik maar wil zeggen is; er wordt altijd geklaagd over de jeugd van tegenwoordig. Dat schijnt al sinds de 15e eeuw zo te zijn. En wij weten natuurlijk waardoor het écht komt: jaloezie.

Mijn opa, die de oorlog nog heeft meegemaakt, werd als kind in een matrozenpakje gestoken (ik heb er foto’s van) en geacht te doen alsof hij er niet was, of te doen alsof hij volwassen was. Mijn vader was een posthippie; hij groeide op, net ná de pioniers van vrijheid, blijheid en flowerpower. Nog nooit waren er kinderen in zulke vrijheid en losbandigheid opgegroeid. Misschien maakten de vijftigers van destijds zich wel oprecht zorgen over hen, maar ze waren natuurlijk ook gewoon stikjaloers. Omdat ze veel meer mochten en konden dat zijzelf.

En nu is er de generatie van het Internet, de Xbox en de exponentiële technologische vooruitgang. Ik ben slechts een muisklik verwijderd van iedere kennis, ieder vermaak dat ik maar zou willen. Toch werd het op de middelbare school maar mondjesmaat toegelaten om het Internet te gebruiken als bron voor een verslag. Deels omdat het niet altijd duidelijk is hoe goed een online bron is. Maar ook omdat mijn leraren in hun tijd zélf uren in de bibliotheek hebben moeten ploeteren om hun verplichte kennis op te doen. Hun intuïtie vertelde hen: Internet? Zo makkelijk mag het toch niet zijn?

Door technologische ontwikkeling, maar ook door ontwikkeling in het denken, heeft iedere generatie het weer een beetje makkelijker dan de vorige. En dat wekt wrevel bij degenen die het minder makkelijk hadden. Bij degenen die opgroeiden tijdens en vlak na de oorlog. Bij degenen die gebukt gingen onder het calvinisme en voor wie alles wat met seks te maken had taboe was. Bij degenen die op een dag negen uur in de bibliotheek zaten. Bij degenen die Super Mario Bros 1 op de Nintendo speelden en die snuiven voor het visuele geweld van de Xbox.

Neem het geklaag over De Jeugd Van Tegenwoordig dus vooral niet serieus. Want ook de Xboxgeneratie zal vijftig worden, een midlifecrisis krijgen en klagen over alle gemakken en vrijheden die de generatie ná hen weer zal kunnen genieten.

Alleen die d/t–fouten! Echt, léér dat nou eens!

Geen opmerkingen: