maandag 8 december 2008

Flaneren

Ik hou van flaneren. Jezelf te voet door de stad bewegen en de mensen en dingen te observeren, zonder er zelf deel van uit te maken.

Op de Grote Markt staat een reuzenrad. Nou ja, een dwerg onder de reuzenraden. Ik heb wel eens kleinere reuzenraden gezien. Dit is nog geen lilliputter, maar toch zeker een dwerg. De mensen bovenaan komen niet boven de laagste gebouwen om de Grote Markt uit. Gevolg: uitzicht op de Grote Markt, verder niets. Ze kunnen de opper-corpsballen op het bovenste balkon van Vindicat net niet in de ogen kijken. Een reuzenrad op de Grote Markt is sowieso niet zo indrukwekkend; naast de Martinitoren is ieder kermistuig klein.

Verderop, voor het Gemeentehuis, ligt een ijsbaan. Vermoedelijk houdt de aanwezigheid van de ijsbaan verband met die van het reuzenrad. Heel idyllisch, met een grote kerstboom in het midden en een kostenefficiënte Koek & Zopie ernaast. Maar het moet wel gezellig blijven, dus eromheen light een barricade waarvoor ze in Israël hun neus niet zouden ophalen. Eerst betalen! Zelf kan ik niet schaatsen. Met enige jaloezie bezie ik de gracieuze ijsdansbewegingen van de ervaren dames op het ijs. Dat zou ik ook wel willen kunnen. Maar ja, je kunt het niet leren zonder een paar keer ongenadig op je sodemieter te gaan. Je kunt het lafheid noemen, ik heb het liever over een goed ontwikkeld overlevingsinstinct.

Tussen de Grote Markt en de Guldenstraat staat een reclamebord. Zo'n automatisch billboard met twee posters erin, die elkaar om de zoveel seconden afwisselen. Die functie wordt echter niet zo goed toegepast; de twee posters zijn precies hetzelfde. Twee identieke posters die de aandacht vestigen op een aanbieding de firma T. wisselen elkaar af. Een ongelukkig toeval? Een fout van de coördinator? Of juist een opzettelijk verrassingseffect, om de boodschap te laten beklijven? Ik kan me de poster in ieder geval nog voor de geest halen. Dat is meestal niet het geval.

Aan de Oude Boteringestraat bevindt zich een reisbureau. Er staat een poster die een reis naar India aanprijst. De poster wordt opgesierd door een afbeelding van twee witte tijgers. Witheid is een zeldzame mutatie in een tijger, die het dier evolutionair gezien weinig voordeel oplevert. Alle witte tijgers die thans leven zijn de nakomelingen van één enkel dier. Ze lieten dit mannetje een kind verwekken bij zijn eigen dochter, dat weer wit was. Langs deze weg zijn er op agressieve wijze een aantal witte tijgers gekweekt, allemaal naaste familie, die de dierentuinen, casino's in Las Vegas en posters van reisbureaus mogen opleuken. Onethisch en smakeloos, vinden sommigen, al helemaal omdat tijgers op zich al bedreigd zijn. Bloemschikken met kattengenen. Zelf weet ik het niet zo. Maar zo weet je nog eens wat er achter schijnbaar onschuldige schoonheid schuilgaat.

Zomaar wat observaties uit een uurtje flaneren in Groningen. De verwondering ligt op straat.

zaterdag 6 december 2008

Fiets

Ik woon bijna drie en een half jaar in Groningen, en ik ben al aan mijn vierde fiets toe. Mijn fiets is echter nog nooit gestolen geweest; ze gaan altijd gewoon finaal stuk.

Mijn eerste had een compleet verwrongen frame, van de tweede brak de as van het voorwiel, van de derde viel de versnellingsbak eraf. Daarnaast heb ik meegemaakt dat mijn voorwiel spontaan dubbelklapte terwijl ik zat te fietsen en dat mijn zadel door vandalen in de fik was gestoken, waardoor mijn fiets onder het gesmolten plastic kwam te zitten.

Afgelopen woensdag gebeurde er weer zoiets bizars; mijn voorspatbord brak in tweeën, en het afgebroken deel nestelde zich hardnekkig tussen het wiel en de voorvork. Dit was het deel dat met kleine stangetjes aan de as vastzat, dus doorfietsen was er voorlopig niet bij.

Ik zette hem dus maar neer voor het huis van de vriend, waar ik bij op bezoek was (die waar ik het in mijn vorige blog over had - die nog rookt). Nu wil het geval dat deze bewuste vriend een ex-verslaafde is en in een woongemeenschap met lotgenoten woont.

Ik grapte dat ik het wel kon laten om hem op slot te zetten. De vriend wees me erop dat dat vast niet zo'n goed idee was voor een gebouw met dertig junks. "Een verslaafde is niet hetzelfde als een crimineel" zei ik, politiek-correct. "Heilig zijn ze geen van allen", antwoordde hij. Hij kan het weten. Ik voelde me weer een ouderwetse salonsocialist.

Vanmiddag was ik eindelijk in de gelegenheid om mijn verweesde fiets weer op te zoeken, gewapend met een tas vol gereedschap van mijn trouwe huisgenoot. Met een hamer, een tang en een Engelse sleutel ging ik het voorwiel te lijf.

Op een gegeven moment begon ik me te realiseren dat het er toch een beetje verdacht uit moest zien; zo iemand die met gereedschap aan een vastgemaakte fiets aan het fröbelen is. Om het gezeur voor te zijn haalde ik mijn fiets van het slot.

Nou ja, gelukkig wist ik de boel te repareren. Ik kan voorlopig weer even vooruit met fiets nummer vier. Voor zolang als het duurt.

donderdag 4 december 2008

Tabak

Jammer. Ik zou graag tegen het rookverbod zijn. Tegen de grenzeloze bemoeienis van het betuttelingskabinet. Tegen de verboden, tegen de betweterij, tegen de moralisering. Tegen de terugkeer van de Verboden Vrucht.

Cleopatra zit in de knoei vanwege geluidsoverlast. En er zijn meer kroegen waarvoor de situatie onhoudbaar dreigt te worden. Mensen gaan de straat op. Tevreden rokers zijn geen onruststokers, maar voor de ontevreden roker blijken we ons te moeten hoeden.

Gisteren was ik op bezoek bij iemand die nog wel rookt. Hij doet dit als er gasten zijn keurig op de gang. En toch. Alle kleren die ik gisteren aan had, tot mijn onderbroek aan toe, zijn naderhand vergeven van de tabakslucht. Mijn haar ook.

En ik kan het niet helpen: ik vind het heerlijk dat dit niet meer elke dag zo is als ik ben uitgegaan. Ik zou het graag anders zien, maar ik ben de mensen die het rookverbod invoerden stiekem erg dankbaar. Toch jammer.